De ambitie om de Nederlandse woningvoorraad snel uit te breiden en tegelijkertijd te verduurzamen, stuit op een fundamenteel obstakel: netcongestie. Waar beleidsmakers en projectontwikkelaars de elektrificatie omarmen als de hoeksteen van de energietransitie, blijkt het bestaande elektriciteitsnetwerk op veel plaatsen de toegenomen vraag eenvoudigweg niet aan te kunnen. Deze spanning tussen de gewenste duurzaamheid en de fysieke realiteit van onze infrastructuur legt de bouw van nieuwe woningen stil en vormt een dreiging voor de haalbaarheid van grootschalige ontwikkelingen.
Wat is netcongestie precies
Netcongestie is een situatie van overbelasting op het elektriciteitsnet. Technisch gezien betekent dit dat de vraag naar of het aanbod van elektriciteit de transportcapaciteit van het net op bepaalde punten overschrijdt, vergelijkbaar met een file op de snelweg. Er zijn twee hoofdvormen te onderscheiden: (1) afnamecongestie, waarbij er te veel stroom tegelijkertijd wordt gevraagd, bijvoorbeeld op koude winteravonden wanneer veel huishoudens en bedrijven elektrische verwarming gebruiken, en (2) opwekcongestie, waarbij er meer stroom aan het net wordt geleverd dan het kan verwerken, typisch op zonnige dagen met hoge productie van zonnepanelen. De fysieke infrastructuur, bestaande uit kabels, transformatoren en schakelstations, is simpelweg niet ontworpen voor de huidige dynamiek en omvang van stroomtransport, wat kan leiden tot spanningsverschillen, frequentieafwijkingen en in extreme gevallen zelfs tot black-outs.
Waar ligt het probleem De technische en financiële realiteit
De oorzaken van de huidige netcongestie zijn veelzijdig en diep geworteld in de transitie naar een duurzaam energiesysteem. Historisch gezien is het elektriciteitsnet lineair opgezet, gericht op centrale opwekking en distributie naar de consument. De energietransitie echter, met zijn decentrale opwek (zonne- en windenergie) en de massale elektrificatie van verwarming (warmtepompen) en transport (elektrische auto's), vereist een fundamenteel ander netwerk. Nieuwbouwwoningen verbruiken nu tot wel vier keer meer elektriciteit dan hun gasgestookte voorgangers, wat een enorme extra belasting voor het net betekent. Netbeheerders, zoals Liander en TenneT, erkennen de noodzaak tot verzwaring van het net, dat naar verwachting drie tot vier keer zwaarder moet worden. Er wordt fors geïnvesteerd, met bedragen die oplopen tot miljarden euro's per jaar; Liander investeert bijvoorbeeld vanaf 2026 jaarlijks 2,5 miljard euro. Deze investeringen zijn echter kapitaalintensief en leiden tot stijgende nettarieven, die uiteindelijk door alle gebruikers worden gedragen, wat een directe financiële impact heeft op zowel huishoudens als bedrijven.
De juridische context en de aansluitplicht
Juridisch gezien zijn netbeheerders gebonden aan een 'aansluitplicht', zoals vastgelegd in artikel 23 van de Elektriciteitswet. Deze plicht houdt in dat een aanvrager van een aansluiting binnen achttien weken op het net moet worden aangesloten voor aansluitingen kleiner dan 10 megavoltampère (MVA). Echter, in het geval van netcongestie wordt deze termijn opgerekt, en kan deze oplopen tot maximaal 52 weken, of zelfs langer indien er geen transportcapaciteit beschikbaar is. Bovendien geldt er geen absolute 'transportplicht' indien de netbeheerder redelijkerwijs niet over voldoende capaciteit beschikt. Dit creëert een juridisch grijs gebied waarin netbeheerders, geconfronteerd met fysieke grenzen, genoodzaakt zijn transport te weigeren of te beperken, met directe gevolgen voor bouwprojecten die op een tijdige aansluiting rekenen.
Hoe beïnvloedt dit de bouw van woningen De praktijkervaring
De gevolgen van netcongestie voor de woningbouw zijn pijnlijk concreet. Projectontwikkelaars zien hun plannen vertraagd, of in sommige gevallen zelfs volledig geannuleerd, omdat een benodigde netaansluiting ontbreekt of pas over jaren beschikbaar komt. Denk aan een binnenstedelijk woningbouwproject waar alle duurzame voorzieningen zijn ingetekend – warmtepompen, laadpalen, zonnepanelen – maar waar de realisatie strandt op de 'file' op het elektriciteitsnet. Dit heeft niet alleen impact op de levertijd van woningen, maar drijft ook de projectkosten op door vertragingsschade en de noodzaak van tijdelijke, vaak minder duurzame, energieoplossingen zoals dieselaggregaten op de bouwplaats. Provincies als Utrecht, Gelderland en Flevoland luiden al de noodklok, omdat netcongestie de realisatie van tienduizenden geplande woningen in gevaar brengt, wat de reeds bestaande woningnood verder verscherpt.
Belangen en incentives: een complex krachtenveld
De netcongestieproblematiek legt de verschillende belangen van betrokken partijen bloot. Projectontwikkelaars willen bouwen en voldoen aan duurzaamheidseisen, maar worden direct geconfronteerd met de fysieke beperkingen van het net. De netbeheerders hebben de wettelijke taak om het net te beheren en uit te breiden, maar kampen met tekorten aan geschoold personeel, materialen en lange vergunningstrajecten voor netuitbreidingen. De overheid, op lokaal en nationaal niveau, stuurt op zowel woningbouwproductie als klimaatdoelstellingen, maar mist vaak de directe handelingsperspectieven om de infrastructuurversnelling af te dwingen. Dit creëert een patstelling waarin collectieve, systeemgerichte oplossingen nodig zijn, in plaats van uitsluitend individuele benaderingen die de problemen verschuiven in plaats van oplossen. Een bredere blik op het energiesysteem als geheel, inclusief warmtenetten en groen gas, is essentieel om de afhankelijkheid van elektriciteit te spreiden en het net te ontlasten.
Gebruikte bronnen
- https://kerstentechniek.nl/wat-is-netcongestie/
- https://www.c.technischeunie.nl/duurzaamheid/netcongestie-hoe-zit-dat.html
- https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/duurzaam-verwarmen-en-koelen/wat-is-netcongestie-en-wat-merk-je-ervan/
- https://www.rvo.nl/onderwerpen/netcongestie/wat-is-netcongestie